Uncategorized

Wie zijn de “gematigde moslims”? (Dr. K. Elst)

Redactie Binnenland

Handleiding voor het islamdebat (7)

“Jamaar, ik ken ook gematigde moslims”, “jamaar, de meeste moslims zijn geen djihaadstrijders”: noem een feit uit het gruwelmuseum van het Kalifaat en je wordt meteen in die zin onderbroken. En inderdaad, er zijn veel gematigde moslims; verschillende soorten zelfs.

Eerst even de term definiëren. Extremisten, beweren onze gematigden, die zijn er aan beide kanten: de islamfanatici die beweren dat 1 + 1 = 4, en de islamcritici die warempel volhouden dat 1 + 1 = 2. Gematigden daarentegen vermijden deze uitersten en tonen redelijkheid, namelijk dat 1 + 1 = 3. Objectief behoren gematigden en islamfanatici, hoewel in verschillende mate, tot hetzelfde kamp, namelijk het foute. Maar in een ander opzicht behoren de critici en de fanatici wel degelijk tot hetzelfde kamp, namelijk door beider erkenning van de ware islam, tegenover de gematigden, die een fata morgana najagen: de niet-bestaande “verdraagzame ware islam”. De subcategorieën “gematige islam” en “extreme islam” bestaan namelijk niet, zoals onder meer de Turkse premier Recep Tayyip Erdoğan ons bezworen heeft; er is alleen “de” islam.

Bedrog in dienst van het geloof

Vele moslims hebben een geïdealiseerd beeld van de Profeet, die dan als een soort Barmhartige Samaritaan voorgesteld wordt. Dat behoort tot de normale propaganda rond absolute heersers. In de Sovjet-Unie werden ook verheffende kinderboeken verkocht onder de titel: “Moeder, vertel ons over Lenin.” Vandaag wordt dat dan heel eigentijds: Mohammed als belichaming van het egalitarisme, als bevrijder van de slaven (!), als eerste feminist (!). Het bontst maken het de ongelovige islamvrienden, die aan Mohammed allerlei in het Westen gewaardeerde deugden toeschrijven die zelfs idealiserende moslims ongeloofwaardig vinden.

Althans onder elkaar, want hun westers geschoolde zegslieden nemen tegenover westerse toehoorders meer en meer de door westerse progressisten vervolmaakte retoriek over. Bijvoorbeeld, eerder dit jaar, na een aanslag op een joods doelwit in Kopenhagen, gaven plaatselijke moslims een verklaring uit tegen discriminatie van “joden en moslims” en vormden ze een menselijke ketting rond een synagoge. Let wel: het gaat om moslims die doorgaans de joden haten, wier religie die haat ook inlepelt, en wier geloofsgenoot net een anti-joodse aanslag gepleegd had.

Dat zij opeens met toegeknepen neus een synagoge gaan “beschermen” (tegen medemoslims!), zegt vooral dat zij van hun westerse vrienden geleerd hebben welk schuldgevoel hier tegenover de joden heerst, en hoe je dat kan manipuleren in dienst van de islam. Het past in het extreemlinkse Godwin-vertoog van: “Wat de joden voor de nazi’s waren, dat zijn de moslims voor ons.” Het verdonkeremaant natuurlijk de massale sympathie die moslims voor de nazi’s hadden en hebben, de genegenheid die zij vanwege Hitler en Himmler genoten, de gemeenschappelijke jodenhaat, en het getuigenis van Winston Churchill: “Mein Kampf is de nieuwe Koran.” Nee, die uitspraak komt niet van Geert Wilders (hoewel hij ze herhaald heeft), maar van de opper-anti-nazi. De gelijkstelling van vervolgde joden en bekritiseerde moslims is een voorbeeld van taqijja, bedrog in dienst van het geloof.

Tariq Ramadan

Toch moet men zich soms afvragen wat zij eigenlijk echt menen. Dit voorjaar woonde ik in Brussel een islamcongres bij met als stergaste Karen Armstrong, die elders tot in het absurde de islam verdedigt, maar tegenover moslims vooral de nood aan pluralisme predikte. Nog verrassender was dat mede-organisator Tariq Ramadan zelf beklemtoonde dat de islam maar één zienswijze onder andere is. Ik kan geen gedachten lezen, maar ik vermoed dat dat niet ingegeven was door de overweging dat er één ongelovige op de persbanken zat. (En zelfs die ene viel niet uit de toon, want met mijn baard en getrimde snor zie ik er behoorlijk moslim uit.) Ik ben geneigd hem een heel licht voordeel van de twijfel te geven.

Anderzijds kan dat een geval zijn van hoe mensen hun eigen verhaaltjes gaan geloven: Zoals moslims dit woord begrijpen, zijn zij inderdaad voor “pluralisme”. In hun zienswijze is het gedoogbeleid tegenover rechteloze joden en christenen in al-Andaloes een na te volgen voorbeeld van pluralisme – een vertoog dat door talloze westerse islamvrienden is overgenomen. Dus: zich vóór “pluralisme” uitspreken sluit trouw aan de orthodoxe islam en zijn kalifaatproject niet uit.

Verder zou het pure taqijja kunnen zijn. Ik haal die verklaring er echter niet graag bij zonder duidelijke aanleiding, en bij dat congres was die er niet. Maar het is een veel voorkomend verschijnsel, nog aangemoedigd door de inmiddels onmiskenbare gretigheid van westerlingen naar geruststelling omtrent de islam. Talloze kerstekinderen zullen zich aan elke strohalm en aan het onnozelste smoesje vastklampen om toch maar te kunnen geloven dat beeldenstorm, onthoofding en slaafneming “niets met de islam te maken hebben”.

“Gematigde” moslims doen vaak heel verongelijkt als zij met achterdocht bejegend worden omwille van het palmares dat hun militantere geloofsbroeders opgebouwd hebben. Nochtans hebben zij heel wat met de djihadisten gemeen, te beginnen met de geloofsbelijdenis, waar strikt álle moslims mee instemmen, en die in de vlag van zowel Saoedi-Arabië als de Islamitische Staat prijkt. De meesten zullen zich ook aan de zijde van de radicalen scharen wanneer die bv. door de heidense politie aangepakt worden.

De échte gematigden

Maar sommigen (ik wil me hier niet vastpinnen op precieze percentages) geloven echt niet in de juistheid van wat de djihaadstrijders doen. Zij voelen echt dat er iets mis is wanneer zij afvalligen zien vermoord worden. Zij vinden oprecht dat de Islamitische Staat hén niet vertegenwoordigt. Zij ijveren werkelijk om medemoslims ervan te overtuigen dat de islam vredelievend en verdraagzaam is. Let wel, het is niet omdat een moslim dat zegt, dat hij het ook echt meent (zie hoger), maar er bestaan wel degelijk moslims die het oprecht menen.

Zulke moslims vergissen zich, en dat komt hierdoor. Zij zijn gehecht aan de algemeen-menselijke moraliteit of aan de westerse waarden die zij uit hun omgeving opgesnoven hebben, maar tegelijk ook aan de religie die zij van hun ouders hebben meegekregen. Daarom hebben zij zichzelf overtuigd dat deze twee verenigbaar zijn. Een dwaling dus, maar wel een oprechte en echt gemeende dwaling.

Daarom zijn deze echte gematigden menselijk gesproken een delicate uitdaging voor islamcritici. Met taqijja-moslims moet je geen medelijden hebben, met onze eigen islamvrienden nog minder. De eersten zijn schuldig aan bedrog: geen doodzonde maar wel een strategisch feit om rekening mee te houden, een daad van zelfgekozen vijandschap. De tweeden zijn hardnekkig in het zelfbedrog. Zij zijn te kwader trouw, moedwillig blind voor feiten en doof voor kennis. Maar echte gematigden in de moslimwereld hebben het hart op de juiste plaats, zij zijn alleen onderhevig aan zelfbedrog, en wel door een dilemma dat velen van ons even goed parten zou spelen.

Voor hen is de korte pijn het beste: compromisloos duidelijk maken dat zij heel hun leven in een begoocheling geloofd hebben. Het is wel onmiskenbaar pijnlijk: stel je voor dat je een moefti (jurisconsult) bent die op zijn vijftigste gaat beseffen dat de islam een dwaling is en dat hij zijn leven vergooid heeft aan valse kennis. Of stel je voor dat je de eerste in je familie bent die het licht ziet: je riskeert je leven en moet met je hele omgeving breken. Daarover volgende week meer.

Tot dan is het laatste woord voor de Marokkaans-Nederlandse schrijver en ex-moslim Hafid Bouazza, die met kennis van zaken spreekt: “De ‘gematigde moslim’ is een westerse uitvinding. We hebben geen gematigde maar afvallige moslims nodig.”

Koenraad Elst

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




Alle nieuws voor binnenland opgevolgd door de PAL NWS redactie.

Delen